Een rondhouten tuinhekje trekt jouw aandacht. Net als de geur van deze plek. De vochtige bosgrond ruikt naar de bosspelen uit jouw kindertijd. Voorzichtig duw je het tuinhek open, je komt terecht in een andere wereld. Een wereld waar het bruist en gonst van het leven. Dikke hommels vliegen je tegemoet en je hoort merels uitbundig fluiten. Welkom in de tuin van overvloed!

Overal om je heen zie je hapklaar lekkers. Onverpakt, ongekend vers en heel erg smaakvol. Je plukt er kiwi’s, nashiperen, kaki’s, moerbeien, vijgen, perziken en mirabellen. Je proeft de lekkerste frambozen, in alle kleuren. Hier kan je oogsten in elk seizoen. Een kruidlaag met meer dan 650 soorten eetbare planten - van ananasaardbei tot zwartmoeskervel - vult met gemak dagelijks vele borden. Oesterzwammen, shiitakes en bietenputzwammen groeien in de schaduw van hartnoten, japanse uienbomen en heerlijk geurende seringen. Deze eetbare jungle verweeft biodiversiteit en voedselproductie op een hoopgevende manier. Dit is een ecosysteem op zijn best. Permacultuurontwerp in de praktijk.

Het voedselbos bevindt zich op een zuidgerichte helling in de Vlaamse Ardennen helemaal beschut in het zuidwesten door een oud loofbos. Een droomscenario voor een voedselbos. Het warme microklimaat biedt de ideale omstandigheden voor warmteminners als kaki, nectarine, abrikoos, vijgen, kiwi, druiven, amandelen, die zich hier helemaal thuis voelen. De nabijheid van een heel oud bossysteem zorgt er ook voor dat het bodemleven en bijhorende flora en fauna supersnel de weg vinden naar dit jonge bos. Een echte voedselbosrand dus.

Het voedselbos is ongeveer 7700m2 groot en telt een heleboel kleine biotoopjes die de niches en microklimaten perfect weten in te vullen. Er is voldoende helling verspreid over het terrein, een mooie afwisseling tussen zandleem en een ondiepe kleilaag, én afwisseling tussen volle zon en diepe schaduw. Een ramp voor wie graag een nette monocultuur wil waar alles gelijkmatig groeit. Een zegen voor wie honderden verschillende soorten wil samenbrengen in één eetbaar landschap. De verschillende biotoopjes zorgen voor variatie in de soortenkeuze en ook dezelfde soorten in een ander microklimaat geplant laten toe over een langere periode te oogsten. Dat alles in combinatie met een permanente bodembedekking, windluwte, schaduwwerking van bestaande grotere bomen en een sprankelende bodemopbouw van 25 jaar lang niet spitten en mulchen. Een veerkrachtige oase die tot hiertoe moeiteloos droogte en andere extremen verdraagt.

Van populierenbos naar voedselbos

Eind jaren ‘90 trok ik als jonge twintiger voor een jaar naar Australië en Tasmanië op natuuravontuur. Ik maakte er via wwoofing kennis met tientallen mooie permacultuurprojecten en werd helemaal gebeten door de permacultuurmicrobe en voedselbossen. Eens terug thuis ging ik vastberaden en zeer enthousiast zelf aan de slag op een stuk grond in mijn hometown Nokere. Ik besloot het populierenbos dat mijn grootvader 60 jaar voordien had aangeplant om te vormen tot een voedselbos. Er waren hier in Vlaanderen weinig tot geen referenties om mij aan te spiegelen, maar ik kon wel terugvallen op mijn ervaring als moestuinier. Ik onderhield een moestuin van 3 hectare voor een organisatie van volwassenen met een mentale beperking.

Aan de zonnige en windluwe bosrand begon ik 20 jaar geleden met het verzamelen en aanplanten van lekkere, bijzondere en productieve eetbare planten. Ik bootste de gelaagdheid van een bos na en bouwde stap voor stap met klimplanten, hoge en lage bomen en struiken, bollen en knollen en meerjarige kruiden een veerkrachtig eetbaar ecosysteem uit. Dit met de fantastische hulp van honderden vrijwilligers!

Jungle-gevoel in Oost-Vlaanderen

In het intussen meer dan 20 jaar oude voedselbos telen we een uitgebreid aanbod van meerjarige gewassen die quasi allemaal in een hoge opbrengstfase zitten. Denk daarbij aan een kruidlaag met knoflookmosterd, palmkool, Russische bladkool, eeuwig moeskool of Egyptische ui. Klimmers zoals kiwi's, kiwibessen en akebia's. Of allerhande bomen zoals nectarines, persimoen, abrikoos, kaki's, sneeuwklokjesbomen, vijgen, pawpaws, peren, appels en hartnoten. Honderden rassen op een oppervlakte van een halve hectare waarbij we vaak met gildes rondom opbrengstbomen werken. De verschillende boomeilanden zorgen voor een jungle-gevoel in Oost-Vlaanderen.

In het begin hield ik alles heel nauwgezet bij met naambordjes en plantschema's, maar dat was niet houdbaar. Nu hanteert ik een heel organisch systeem waarbij ik voortdurend planten opkweekt om hen een nieuwe plek te geven in het systeem. Mijn visie is dat je pas iets mag verwijderen als je het vervangt door iets beter. "En wát is beter?" Iedereen moet zijn/haar voedselbos vooral heel lokaal en plaatsgebonden gaan uitdenken. Op ons eigen perceel zitten we bijvoorbeeld op een grond van zand, leem en klei. Die variatie stelt ons in staat om "heel veel diversiteit te hosten op een kleine oppervlakte". Daarnaast kies je ook best planten die je graag eet. Het heeft vooral geen zin om je plantenkeuze enkel te laten afhangen van wat er in boeken staat (iedereen zet vandaag smeerwortel en erwtenstruiken). Maar het allerbelangrijkste blijft: begin er gewoon mee. Volg uw goesting en uw hart!

Onze plek

Ons verhaal

Mensen leren ‘ontleren’

Maar hoe begin je er nu aan? Je kan in feite gewoon het systeem laten gaan en als het nodig is, zet je een stapje terug. Zo doe je eigenlijk aan landschapsbeheer. Met een uitgedacht ontwerp ga je natuurlijk de verschillende fases incalculeren en tegelijkertijd snel een noodzakelijk microklimaat creëren. Als je bijvoorbeeld de uiteindelijke plantafstand van je fruitboomlaag maal 1,5 doet, behoudt je ook op termijn voldoende zonlicht. Maar je kan evengoed kiezen om alle plantgoed dicht bij elkaar aan te planten en voortdurend te blijven snoeien. Wij moeten hier bijvoorbeeld geen organisch materiaal van buitenaf meer binnen brengen. Het groeit hier gewoon al.

Belangrijk om bij stil te staan is dat er geen eindfase is. Een voedselbos is voortdurend in beweging. Uiteindelijk komt het er vooral op aan om mensen bepaalde zaken te 'ontleren'. De typische dingen zoals niet spitten en niet sproeien, maar vooral ook het belang van observeren en spelen met successie.

Over voedselbosdromen

Ik woon intussen al meer dan 20 jaar in het voedselbos en het dagelijks leven, werken, spelen en experimenteren in een dynamisch eetbaar ecosysteem geeft mij en mijn gezin alles wat we nodig hebben. Intussen zie ik steeds meer mensen hun voedselbosdroom neerzetten. Velen daarvan komen hier heel graag kijken en leren hoe hun eigen plek er over enkele jaren kan gaan uitzien. Ik heb het geluk van mijn passie mijn beroep te kunnen maken door in deze paradijselijke tuin rondleidingen, workshops en opleidingen te organiseren en héél veel mensen te mogen ontvangen en inspireren. I love it!

Of ik zelf nog dromen heb? Absoluut! Ik zou maar al te graag het concept van een voedselbos willen opschalen. Het liefst zou ik hebben dat er een kudde koeien door graast en dat je lange stroken hebt waar je beesten kan combineren met planten. Terwijl ik naast het tuinieren nu vooral mijn dagen vult met lesgeven en adviseren van particulieren, zou ik graag ook meer landbouwbedrijven willen ondersteunen. Dat vraagt een andere aanpak qua plantgoed en materiaal, maar alles vertrekt wel vanuit dezelfde permacultuur-filosofie. Ik hoop alvast dat ik een voortrekkersrol kan spelen in België.

Voedselbosbewoners

Verhalen uit het Voedselbos

Rondleidingen, korte en langlopende opleidingen, open werkdagen, geleide bezoeken aan andere projecten, ondersteuning in het ontwerp en beheer van jouw eigen voedselbosparadijs of permacultuur(moes)tuin. Dat is eigenlijk de kern van onze educatieve ontmoetingsplek voor permacultuur in de praktijk. Daarnaast kom ik ook graag in jouw streek/project of vereniging mensen warm maken voor deze vormen van herstellende landbouw. Of misschien willen jullie net ons eetbaar paradijs huren voor jullie activiteit? Neem een kijkje in ons aanbod en hopelijk tot snel!